Zilverschoon

Zilverschoon
Potentilla anserina
Rozenfamilie
------------------------------------------------------------
Zilverschoon is een plant waar je vrolijk van wordt als je hem ziet. In dit geval zijn het niet bloemen die bijzonder zijn. Het zijn er doorgaans ook niet veel. Nee, het zijn de sierlijke bladeren met hun glanzend zilvergrijs van onderen, die de plant doen opvallen. De gele bloemen kleuren eigenlijk niet eens zo mooi bij het blad.

Zilverschoon staat in de stad vaak aan randen van gazons en in bermen. De plant blijft laag en kruipt, waarbij hij wortelt op de knopen. Zilverschoon verdraagt betreding en was vroeger op de zandpaden naar de akkers altijd te vinden. De plant verdraagt ook redelijk zout en groeit daarom ook aan de randen van schorren en kwelders. Langs de gepekelde straten in de stad vindt hij nu een nieuwe vestigingsplaats.

De plant werd aangewend bij diarree en darmkrampen. Daarnaast werd het ook voor werkzaam gehouden bij pijnlijke menstruatie. Bij hongersnood werd de wortelstok gegeten.

De geslachtsnaam ‘potentilla’ betekent krachtig omdat aan planten uit dit geslacht grote geneeskrachtige waarde werd toegekend. De soortaanduiding ‘anserina’ betekent ‘van de ganzen’; de ganzen eten de plant graag.
In de Nederlandse naam voor het geslacht Potentilla komt dit terug in de naam ‘ganzerik’. In de Baronie waren of zijn een aantal namen bekend voor zilverschoon. In Breda ‘blik’ dat verwijst naar het blinkende van de bladen. Ook uit Breda ‘gele ganzerik’ en ‘boterbloem’.
Uit Ulvenhout tenslotte ‘reinenvaar’. Die naam komt ook elders in Nederland voor en verwijst naar de vorm van de bladeren: als een varen. ‘Reinen’ zal hier wel ‘mooi’ betekenen.

Bloem Goudgeel, kroonbladen 5, kelkbladen 10, veel korter dan de kroonbladen. Zie foto 2.
Hoogte 0,05 – 0,1 m , kruipend.
Bloeitijd Mei – augustus.
Blad

Ongelijk geveerd, van onderen zilverwit glanzend, getand. Zie foto 3.

Stengel Kruipend, wortelend op de knopen.
Vruchten Dopvrucht. Er zitten een hoop vruchtjes bij elkaar in een hoofdje, ontstaat uit één bloem. Er zit een haakje aan de vrucht.
Overig Vaste plant, wortelstokken.
Standplaats Voedselrijke, vochtige grond. Weiden, bermen, zandpaden.
In Breda Langs de singels, randen van plantsoenen, gazons, speelterreintjes.
Vergelijk Door de zilverachtige onderkant van de bladen, onverwisselbaar.

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda