Gele helmbloem

Gele helmbloem
Pseudofumaria lutea
Papaverfamilie
---------------------------------------------------------------
De bloemen van de gele helmbloem zijn fraai goudgeel. Het bovenste kroonblad heeft aan de voet een honingspoor, waarin door een klier nectar wordt afgescheiden.
De gele helmbloem komt oorspronkelijk uit het zuidelijk deel van de Alpen. In Nederland is hij ingevoerd als sierplant. Halverwege de negentiende eeuw doken de eerste verwilderde exemplaren op en wel op de oude stadsmuren van Maastricht.
Heel langzaam verspreidde de plant zich over Nederland. Nu is het een alledaagse stadsplant die te vinden is op steenachtige, kalkhoudende grond. We kunnen hem vooral vinden op de muren van historische gebouwen, oude stadsmuren, vestingwerken en tuinmuren. Die voorkeur heeft te maken met de samenstelling van de specie waarmee de oude muren gemetseld zijn. Vroeger werd er veel meer kalk in verwerkt dan nu gebruikelijk is. De muren in de Willem Merkxtuin voldoen aan deze voorwaarde. Verder kan worden aangetekend dat de plant ook heel makkelijk vanuit tuinen verwildert.

Hoewel de gele helmbloem niet tot de familie van de vlinderbloemigen behoort, lijkt zij daar in de bloem en de peulvrucht wel op. Dat geldt ook voor de manier waarop de bestuiving van de bloem tot stand komt. Een insect gaat op de zijdelingse kroonbladen zitten die daardoor omlaag veren waardoor de meeldraden en stamper naar buiten komen. Het insect strijkt erlangs en zo komt stuifmeel van een vorige bloem op de stamper terecht. Deze kruisbestuiving is een voorwaarde voor zaadvorming bij de helmbloem. De zwarte zaden hebben een afstaand, wit ‘mierenbroodje’, een olierijk aanhangsel waar mieren dol op zijn. Zij verslepen de zaden en zorgen zo voor de verspreiding van de plant.

De geslachtsnaam ‘Pseudofumaria’ wil zeggen dat de plant lijkt op ‘Fumaria’, duivenkervel, een andere plant uit de papaverfamilie. De vertaling van ‘Fumaria’ is letterlijk ‘rook uit de aarde’. Voor deze naam bestaat geen eenduidige verklaring. De Nederlandse naam ‘helmbloem’ duidt op de vorm van de bloem. De soortaanduiding ‘ lutea’ betekent ‘geel’

Bloem Goudgeel, ongeveer 1 cm groot, vier kroonbladen waarvan de onderste en bovenste als een boven- en onderlip naar buiten gekromd zijn. Zie foto 2.
Bloemen in een tros die tegenover het blad lijkt te staan.
Hoogte 0,15 – 0,30 m.
Bloeitijd Mei – november.
Blad Gesteeld en dubbel geveerd. Elk bladsegment heeft een tot drie slippen die eindigen in een stompe punt. Zie foto 3.
Stengel Sterk vertakt, rechtop of overhangend.
Vruchten Doosvrucht in de vorm van een peul, die met twee kleppen open springt.
Overig Vaste plant. Vertakte wortelstok.
Standplaats Voorkeur voor oude muren, vooral langs waterkanten. Kalkminnend.
In Breda Brandgangen in wat oudere wijken, de Willem Merkxtuin.
Vergelijk Lijkt veel op geelwitte helmbloem (Pseudofumaria alba) die vanuit Limburg op weg is naar onze streken. Verschilt alleen in de kleur, is witachtig.

 

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda