Bleekgele droogbloem

Bleekgele droogbloem
Gnaphalium luteo-album
Composietenfamilie
------------------------------------------------------------
De Nederlandse edelweiss kun je de bleekgele droogbloem noemen. Hij is in ieder geval nauw verwant aan de edelweiss en beschikt over net zo een viltig uiterlijk. Vooral tussen de kasseien op parkeerplaatsen vallen de opvallend wit-viltige bladeren sterk op. De bloemen zitten in compacte kluwens met een eveneens witte buitenkant. De plant is een pionier en breidt zich in Breda en andere steden nog steeds uit. Dit is des te opmerkelijker omdat de plant tot 1980 sterk was teruggelopen, maar de laatste jaren een sterke opmars maakt langs spoorwegen en in steden.

In de stad vindt je hem deels op dezelfde plekken als de moerasdroogbloem (Gnaphalium uliginosum). Zoals de naam al aangeeft prefereert de moerasdroogbloem wat nattere plekken en handhaaft zich langer tussen andere begroeiing zoals grassen. Het verschil tussen deze twee droogbloemen in uiterlijk is, dat de moerasdroogbloem minder viltig is en de bloemen niet geel ogen.

De viltige beharing is een bescherming tegen de zon, die de plant in zijn oorspronkelijke omgeving: duinen en slikken, goed kon gebruiken. Uit die oorspronkelijke omgeving stamt waarschijnlijk ook een zekere tolerantie voor zout, waardoor de plant op de pekelige parkeerplaatsen in de stad beter kan aarden dan de concurrentie.

De geslachtsnaam ‘Gnaphalium’ betekent ‘wollig, viltig’, naar het uiterlijk van de plant. De soortaanduiding ‘luteo-album’ betekent ‘geelwit’. Het Nederlandse ‘bleekgeel’ in de naam is daar dus de vertaling van. De term ‘droogbloem’ slaat op het gebruik de plant te drogen, in dit geval vanwege de glanzende omwindselbladen. Zie foto 4.

De bleekgele droogbloem is een van de vele planten die oorspronkelijk in de kuststreek voorkwamen, maar nu ook in de stad goed gedijen.

Bloem Bloemkroon geel, alleen buisbloemen, omwindselbladen geelachtig wit. Bloemen in kluwens. Zie foto 2 en 3.
Hoogte 0,05 – 0,30 m.
Bloeitijd Juni – oktober.
Blad Van boven en onder viltig behaard met halfstengelomvattende voet. Smal lancetvormig, randen omgerold. Zie foto 4.
Stengel Onvertakt of takken van de voet opstijgend, viltig behaard.
Vruchten Een nootje met pappus.
Overig Komt als eenjarige en als vaste plant voor.
Standplaats Open, vochtige, voedselrijke zandgrond. Ook op stenige plaatsen. Pionier.
In Breda Op braakliggende, natte plaatsen soms massaal. Op parkeerterreinen met kasseien heel vaak.
Vergelijk Moerasdroogbloem (Gnaphalium uliginosum): stengel van de voet af uitgespreid vertakt, omwindselbladen bruinachtig

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda