Akkerviooltje

Akkerviooltje
Viola arvensis
Viooltjesfamilie
---------------------------------------------------------------
Het akkerviooltje is meestal een klein plantje dat soms tussen gewassen omhoog kan klimmen. Het kan meer generaties per jaar vormen. Het verspreidingsgebied strekt zich uit over geheel Europa, West-Siberië en Noordwest-Afrika. Het is ingeburgerd in Noord-Amerika, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. In Nederland is het algemeen in het zuidelijk deel van het land. Akkerviooltje is een typisch akkeronkruid. Vooral tussen granen komt de plant vaak voor. Tegenwoordig is het akkerviooltje terug te vinden in bloemenmengsels voor het inzaaien van bouwland ten behoeve van natuurbeheer.

Het akkerviooltje is waardplant voor de rupsen van de tamelijk zeldzame kleine parelmoervlinder.
De zaden van viooltjes zijn voorzien van een vettig aanhangsel, een z.g. mierenbroodje. Mieren zijn daar dol op en verslepen de zaden naar hun nest, waarbij ze onderweg meestal het zaadje afbijten en achterlaten. Zo zaaien de mieren viooltjes !

Het onderscheid tussen het akkerviooltje en het driekleurig viooltje wordt vaak bemoeilijkt door het optreden van bastaarden, die met de oudersoorten terugkruisen, waardoor alle denkbare tussenvormen kunnen ontstaan. De veelkleurigheid samen met de ‘denkfrons’, de lijntjes van het honingmerk, maakt het driekleurig viooltje een van meest tot de verbeelding sprekende bloemplanten. In het Frans heet dit viooltje dan ook ‘pensée’.

Onze tuinviooltjes (Viola tricolor cv.hortensis) ontsnappen nogal eens uit de tuin. Ze zijn vaak nog kleurrijker dan de wilde voorvaderen.
De geslachtsnaam ‘Viola’ komt van ‘vion’ dat geur betekent. ‘Arvensis’ geeft aan dat het op akkers voorkomt. In Princenhage noemt men het driekleurig viooltje ‘vlindertje’.

Bloem Kleiner dan 1,5 cm in doorsnede. Kroonbladen geelachtig wit, soms met violet. Spoor even lang als kelkaanhangsels. De toppen van de kelkbladen steken buiten de kroon uit.
Hoogte 0,05 – 0,30 m.
Bloeitijd Voorjaar, zomer en herfst.
Blad Rond tot lancetvormig. Steunblaadjes veerdelig met lange eindslip.
Stengel Rechtop, niet vertakt.
Vruchten Doosvrucht. Springt na rijping open met drie kleppen.
Overig Eenjarig.
Standplaats Op open, vochtige tot droge, matig voedselrijke zandgrond op akkers en in bermen.
In Breda In bermen en plantsoenen.
Vergelijk Driekleurig viooltje (Viola tricolor) heeft, de naam zegt het al, kleurrijkere bloemen: paarsblauw, lichtblauw en geel. Bovendien zijn de kroonbladeren duidelijk groter dan de kelkbladen.

 

Een samenwerking van IVN Mark&Donge en KNNV Breda